-
1 Öffentlichkeit
Öffentlichkeit〈v.; Öffentlichkeit, Öffentlichkeiten〉1 openbaarheid, publiciteit2 openbare mening, publieke opinie3 het publiek ⇒ de mensen, iedereen♦voorbeelden:3 unter Ausschluss der Öffentlichkeit • met, achter gesloten deurendie breite Öffentlichkeit • het brede publiek -
2 die breite Öffentlichkeit
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die breite Öffentlichkeit
-
3 wide
adj. wijd, breed; in de breedte van; verbreed; verruimd; ver weg van het doel; sluw (i.d. spreektaal)--------adv. wijd, breed; ver weg; grootscheeps; in het geheel--------n. Een bal die het doel mist (bij cricket); ruimtewide1————————wide2♦voorbeelden:a wide public • een breed publiekwide of the mark • compleet ernaast, irrelevanthis answer was wide of the mark • hij sloeg de plank helemaal misgive someone/something (a) wide berth • iemand/iets uit de weg blijven————————wide3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский